R.I.P. Oleg Konstantinovitsj Popov (1930-2016)

Toen kwam de grote clown uit Moskou. Parmantig stapte hij door de manege. Het leek zelfs of hij even mijn kant opkeek. Mijn ogen schoten vol tranen, maar niemand zag het. En met het water uit mijn ogen ebde er iets weg van mijn pijn en mijn eenzaamheid. De clown lachte en er begon ook iets te lachen in mij. Het werd opeens lichter van binnen, veel lichter. Toen gebeurde er iets wat ik zeker niet had verwacht. De clown kwam mijn kant op. Met koddige stapjes hupte hij door het gele zand, ik kreeg een schok want hij stapte over de rode pisterand en stond plotseling vlak voor me, met die wonderlijke kinderlijke blik onder de grote zwartwit geblokte pet.

Oleg Popov.

Vóórdat ik het wist drukten we elkaar de hand. Hij legde zijn rare bolle hoofd op mijn schouder en gaf me een blauwe ballon. Daar stonden we. Tussen het daverende applaus, in de volle circustent. Ik, lachend en huilend tegelijk, met in mijn armen de kleine clown uit Rusland. God stuurt ons engelen als wij het niet meer aankunnen. Hij heeft er mij een gestuurd in de vorm van een clown.

(uit 'Tussen mei en september')