Hulde aan Johan

En Vincent zag het koren
En Einstein het getal

En Zeppelin de Zeppelin
En Johan zag de bal.

Typisch Toon. De essentie gevat in enkele regels en een simpel rijm. Cruijff kon een bal perfect schilderen, zoals Van Gogh, een pass berekenen, à la Einstein, een beetje zweven ook. Of moeten we het zelfs zo ver niet zoeken? Toon zette wellicht gewoon vier genieën op een rijtje, en dan is de naam Johan Cruijff zeker niet misplaatst.

Hallo, met Johan

'Mensen als Rinus Michels en Johan Cruijff bellen mij regelmatig nog op, als zij niet zeker weten hoe zij een of ander karwei zullen klaren.' Een fragment uit 'Een mooie dag'. Dat Michels en Cruijff Toon om raad zouden gevraagd hebben, is onzeker maar ze kenden mekaar wel, BN'ers onder elkaar.

Als we Toon mogen geloven (en wie doet dat niet?) heeft hij ooit zelfs een doelpunt gescoord tegen het Ajax van Johan Cruijff. Deze passage is afkomstig uit het (dag)boek Tussen mei en september.

'Nu ik het toch over voetballen heb, moet ik denken aan die middag in het Tilburgse stadion waarop ik een doelpunt scoorde tegen Ajax. Jazeker, een doelpunt tegen Ajax. Ik mocht de aftrap verrichten van een vriendschappelijk duel voor een goed doel. Als ex-voetbalvedette (Toon Hermans doelt op zijn 'carrière' in Zuid-Limburg, waar hij naar eigen zeggen 'de witte reiger' werd genoemd, red.) stond ik lichtelijk gespannen op de middenstip, gereed voor de aftrap, maar toen de openingsmuziek verklonken was en het snerpende fluitje van de referee me in de oren sneed, kon ik het niet laten mij vanaf de middencirkel, met het leder soepel aan het voetje, in de richting van het Ajax-doel te reppen, onderweg de heren Krol, Mühren, Cruijff en Hulshoff achteloos passerend. In panische schrik kwam ook Stuy uit zijn heilige hok gerend, hij trachtte te redden wat er nog te redden viel, wierp zich met een uiterste krachtsinspanning wanhopig op mijn schoen maar helaas, de dappere Ajax-goalie, de gevierde cupfighter had misgegrepen. Een listig voetbeweginkje mijnerzijds had hem in opperste verwarring gebracht. En terwijl het stadion daverde op zijn grondvesten, joeg ik de bal tegen het bollende net van het verlaten doel. Ik had daarna nog net voldoende adem om tot aan mijn hoge tribuneplaats te geraken. Mijn hart bonsde als een grote dorpsfanfaretrom, maar leuk was het wel.'